Spring naar content

(X)XL bebouwing in het Flevolandse landschap

Hoofdafbeelding groot bovenaan_Casus stadsrand-01_v2-01

VRAAG

Grote bedrijfsgebouwen schieten in Nederland als paddenstoelen uit de grond. Deze zogenaamde ‘XL-gebouwen’ beslaan al snel een oppervlakte van 20.000 vierkante meter. De ruimte voor deze gebouwen – veelal distributiehallen en datacenters – is schaars, waardoor ze uitwijken naar de ‘lege’ polders van Flevoland. Er is nog weinig regie op hun komst, terwijl bewoners en natuurorganisaties steeds vaker in opstand komen tegen deze verdozing.

Samen met de Vereniging Deltametropool verkenden we hoe deze enorme bedrijfsgebouwen kunnen worden ingepast in het landschap. Ons advies aan de provincie Flevoland:

“Pak het groots aan, want hoe meer geclusterd, des te hoger de meerwaarde die kan worden bereikt.”

Categorieën:

Landschap, Visie & Strategie, Grootschalige bebouwing

Waar:

Flevoland (NL)

Opdrachtgever:

Provincie Flevoland

Team:

Laura de Bonth – Urban Synergy
Jolanda de Jong – Urban Synergy
Wouter van Heest – Urban Synergy
Merten Nefs – Vereniging Deltametropool

Download het document hier

 

Meervoudig ruimtegebruik als voorwaarde

In Flevoland zijn vier typen locaties daarvoor kansrijk. Deze locaties hebben enerzijds gunstige locatiefactoren voor de bedrijven, zoals nabijheid van de snelweg en de consumentenmarkt. Anderzijds spelen op deze locaties andere ruimtelijke opgaven, zoals wwonvraag, het ontbreken van ecologische of recreatieve verbindingen of de vraag naar duurzame energie. Maar belangrijker ontwikkeling op dit type locaties verstoort de kernkwaliteiten van het Flevolandse landschap niet. Denk aan behoud van grootschalige openheid en van het karakteristieke ‘Mondriaanlandschap’. De vier kansrijke typen locaties in Flevoland zijn: stadsrandzones, snelweglocaties, het vliegveld, en vlakbij bosgebieden.

Ruimtelijke strategie in drie stappen

De in dit rapport voorgestelde ruimtelijke strategie toont drie stappen die provincie en gemeenten moeten zetten bij het toestaan van XL-bebouwing. Door het volgen van deze stappen wordt de beperkte ruimte meervoudig gebruikt en heeft de ontwikkeling een positief effect op de omgeving.

In stap 1 stellen we voor om locaties voor clustering te bepalen en vast te leggen op basis van de die kansrijke type locaties. Clusters brengen door hun omvang meer kansen voor meervoudig ruimtegebruik dan eenlingen verspreid door de provincie.

Als de locatie voor het terrein gekozen is, is het zaak om in stap 2 tot een ruimtelijke inrichtingsmodel te komen dat niet alleen recht doet aan de wensen en belangen van de ondernemers, maar ook van betekenis is voor omwonenden. Daarvoor zijn in het rapport vier modellen geformuleerd die elk uitgaan van minimaal 40% openbaar en toegankelijk gebied.

De ruimtelijke kwaliteit van het terrein moet tot op het laagste schaalniveau geborgd worden. Daarvoor zijn inrichtingseisen nodig in stap 3. Het is aan provincie en gemeenten om deze op te stellen, zodat er een gelijk speelveld ontstaat voor de ontwikkelende partijen. In tegenstelling tot wat soms wordt gedacht, hoeven zulke randvoorwaarden hen niet af te schrikken. Qua eisen kun je denken aan de opzet en inrichting van het terrein (zoals daken en wegprofielen), de overgangen naar en de inrichting van de directe omgeving (denk aan hekwerken en de oriëntatie van gebouwen), en de vormgeving van de gebouwen zelf (zoals geveluitvoering).

IN HET KORT

Twee voorwaarden beperken de impact van grote gebouwen op het landschap. Eén: zet het gebouw niet alleen. Twee: zorg dat het terrein niet alleen recht doet aan de wensen en belangen van de ondernemers, maar ook van betekenis is voor omwonenden. Bijvoorbeeld als aantrekkelijke sport- of verblijfsplek, als een mooie route van het woongebied naar het buitengebied of als nieuw leefgebied voor dieren. Provincie en gemeenten zijn aan zet om te bepalen of, waar en hoe grote gebouwen worden toegestaan.

Vergelijkbare projecten